De ongevallen verzekering keert eenmalig een vast bedrag uit bij overlijden of invalide raken door een ongeval. Dat bedrag is vooraf afgesproken, bijvoorbeeld €5000,- bij overlijden en tot €50.000,- bij volledig invalide raken. Hoe hoger het uitkeringsbedrag dat je kiest, hoe hoger de verzekeringspremie. De bedragen die je kunt kiezen verschillen per verzekeraar.
De uitkering bij overlijden kun je gebruiken om je nabestaanden in de eerste periode iets meer financiële ruimte te geven.
Mocht je invalide raken, dan bepaalt de verzekeraar op basis van een zogenaamde Gliedertaxe tabel voor hoeveel procent je invalide bent. Deze tabel staat in de polisvoorwaarden. Als je blind raakt, ben je bijvoorbeeld 100% invalide en bij het kwijtraken van een duim 20%. In het laatste geval krijg je dan 20% van het afgesproken bedrag uitgekeerd. Dat kun je gebruiken om de hoge kosten die komen kijken bij invaliditeit beter te kunnen betalen.
De meeste mensen zijn wel verzekerd als ze (voor een deel) arbeidsongeschikt raken. De uitkeringen keren maar een stuk van je loonverlies uit. Met een ongevallen dekking krijg je een eenmalige financiële tegemoetkoming. Die kan je helpen. De premie is maar enkele euro’s per maand. Je kunt kiezen tussen een dekking voor een persoon of voor het hele gezin. Dan zijn ook de personen zonder inkomen, en dus zonder arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) mee verzekerd.